(Artikel LO2 2023)
Regelmatig ontstaat er een discussie over
kledingvoorschriften in de gymles. Een
veel terugkomend onderwerp is daarbij
het dragen van een hoofddoek. Daar ging
het ook over in een zaak bij de Commissie
gelijke behandeling (nu het College voor de
Rechten van de Mens) en de daaropvolgende
rechtszaak die enige tijd geleden werd gevoerd bij
rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2014:12959).
In de betreffende zaak ging het om een vijftienjarige leerlinge (van het vmbo) die is opgevoed
volgens islamitische voorschriften en gebruiken. In
eerste instantie volgde de school ten aanzien van
het dragen van een hoofddoek tijdens de gymles
het volgende beleid (dat jaarlijks ook schriftelijk
kenbaar werd gemaakt): “Voor leerlingen die om
godsdienstige reden een hoofddoek dragen, is
het uit veiligheidsoverwegingen verplicht om een
speciaal sporthoofddoekje te dragen of om zonder
hoofddoek aan de gymles deel te nemen.”
Halverwege het lopende schooljaar verandert
de school het bovenstaande beleid. De school
besluit dat leerlingen tijdens de gymles vanwege
veiligheidsoverwegingen geen (speciale sport)hoofddoek meer mogen dragen. Het verbod om
een hoofddoek te dragen, geldt uitsluitend voor de
gymles.
De ouders van de leerling zijn het niet eens met
het besluit dat de leerling alleen zonder sporthoofddoek mag deelnemen aan de les LO. Zij
leggen de kwestie voor aan de Commissie gelijke
behandeling. De Commissie gelijke behandeling is
van mening dat de school verboden onderscheid
op grond van godsdienst heeft gemaakt door de
leerling niet te laten deelnemen aan de gymlessen
met een sporthoofddoek.
De belangrijkste overweging van de Commissie is daarbij dat de school niet
aantoonbaar heeft kunnen maken dat het dragen
van een sporthoofddoek tijdens de gymles onveilig
is. Daarbij benadrukt de Commissie (met verwijzing
naar een eerdere uitspraak) “dat er mogelijkheden
bestaan om sportkleding voor te schrijven, zoals
een sporthoofddoek, die voldoet aan de eisen van
veiligheid en die tevens tegemoet komt aan de religieuze bezwaren van sommige leerlingen om zonder hoofddoek te gymmen. Kenmerk van de sporthoofddoek is dat deze nauwsluitend om het hoofd
zit en met klittenband onder de kin sluit, zodat de
hoofddoek, mocht die ergens achter blijven haken,
makkelijk losschiet.”
In een latere (op de uitspraak van de Commissie)
volgende gerechtelijke uitspraak heeft de rechtbank Den Haag de conclusie van de Commissie
bekrachtigd: “Uit niets blijkt dat het gymmen met
een sporthoofddoek, die daartoe speciaal is ontworpen, zodanig gevaarlijke situaties in het leven
roept of kan roepen dat, zoals de school stelt, op
die grond de vrijheid van onderwijs moet prevaleren boven de vrijheid van godsdienst. De vergelijking met oordelen van de CGB die betrekking
hebben op verboden van scholen op (gedeeltelijk)
gezicht bedekkende sluiers gaat mank, aangezien
van gezichtsbedekking in het geval van een sporthoofddoek geen sprake is.”
Samengevat is het op grond van het recht op
vrijheid van godsdienst niet snel mogelijk om het
dragen van een voor sport bedoelde hoofddoek te
verbieden. Voor een dusdanig verbod moeten een
zeer goed onderbouwd doel en rechtvaardiging
bestaan.
Noot team juridisch.. (Artikel LO3 2023)
Wist je dat je het dragen van een sporthoofddoek in de les LO niet zomaar mag verbieden? Uit de rechtspraak blijkt dat dit alleen kan/mag indien aantoonbaar gemaakt kan worden dat door het dragen van de sporthoofddoek dusdanige gevaarlijke situaties ontstaan dat de vrijheid van godsdienst daarvoor moet wijken. Daar is niet snel sprake van. Wel kan een school dus de voorwaarde stellen dat er een sporthoofddoek wordt gedragen in plaats van een normale hoofddoek waarbij de sporthoofddoek nauwsluitend om het hoofd zit en met klittenband onder de kin sluit, zodat de hoofddoek, mocht die ergens achter blijven haken, makkelijk losschiet.